Rustbuster SALE, met hoge KORTINGEN

Pak die hoge kortingen mee!

Punt en proplassen

Bij de fabricage van auto’s wordt bijna uitsluitend gebruik gemaakt van puntlassen. Dat geldt met name voor het samenbouwen van de carrosserie. Bij het puntlassen worden twee plaatdelen met kracht tegen elkaar gedrukt waarna er een sterke stroom door het laspunt wordt gestuurd. De platen ‘smelten’ op het drukpunt aan elkaar zonder dat er verdeAfbeelding 1 - Puntlasapparaatr materiaal hoeft te worden toegevoegd. Op die wijze ontstaat een lasverbinding van circa 6 tot 8 millimeter in diameter. Dit proces wordt om de zoveel centimeter herhaald.

NB – Een dergelijke verbinding is dus niet volledig ‘afgelast’. Door de verhitting tijdens het lasproces vindt direct al oxidatie rond het laspunt plaats. Roestvorming rond de puntlassen is daarmee gegarandeerd en bij veel oudere auto’s ook duidelijk zichtbaar.

Bij ons roestoratiewerk moeten uiteraard de nodige carrosseriedelen worden gerepareerd of vervangen. Dat begint meestal met het verwijderen van aangetast of beschadigd plaatwerk. Sterk verroeste delen moeten worden uitgeslepen. Daarbij kan het noodzakelijk zijn om bestaande puntlasverbindingen los te maken. We willen daarbij het onderliggende metaal echter zo min mogelijk beschadigen. Er bestaan voor dit doel speciale hulpmiddelen zoals puntlasboortjes en -frezen.

Bij het weer monteren zou het uiteraard handig zijn als we daarbij ook de beschikking zouden hebben over puntlasapparatuur. Dat is echter voor de meesten onder ons niet haalbaar. Deze apparatuur (zie afbeelding 1) is vrij kostbaar en vereist een zware krachtstroomaansluiting (het lassen geschiedt met circa tienduizend ampère). Bovendien zijn de lasplaatsen meestal onvoldoende toegankelijk voor het maken van ‘echte’ puntlassen. Gelukkig bestaat er een simpele techniek, het maken van proplassen, waarmee we met een eenvoudig Mig/Mag lasapparaat vrijwel hetzelfde effect kunnen bereiken.

Afbeelding 2 - ProplassenBij een proplas maken we eerst een gaatje van 5 à 6 mm in één van de twee plaatdelen. Vervolgens klemmen we de plaatdelen op elkaar en lassen we het gaatje weer dicht. Op die manier maken we een las die veel lijkt op een puntlas. Het dichtgelaste gaatje bevat een ‘prop’ gesmolten metaal, vandaar de naam proplas. Meestal zullen we een hele serie proplassen op een rij moeten maken om een verbinding over de volle lengte van een plaatdeel te verkrijgen. In de tekst hieronder zullen we één en ander nog eens in detail bekijken. Als amateur kan je op deze wijze met eenvoudige middelen erg ver komen. Vrijwel al het laswerk aan de carrosserie van een auto is zo uit te voeren. Bovendien voldoet deze methode aan de eisen die voor de APK worden gesteld.

Het maken van proplassen

Afbeelding 3 - PonstangWe beginnen met het maken van gaatjes in één van de twee te bevestigen plaatdelen. Meestal maken we die gaatjes in het reparatiedeel. In ieder geval moet het gaatje straks bereikbaar zijn met de lastoorts. Dat betekent dus in de praktijk dat we hiervoor de ‘buitenste’ plaat gebruiken. Het is mogelijk om deze gaatjes te boren. Het gaat echter beter, en een stuk makkelijker, als je gebruik maakt van een ponstang. Met deze tang maak je moeiteloos een hele serie gaatjes van exact 6 mm. Door de instelbare aanslag kunnen bovendien alle gaatjes op exact dezelfde afstand tot de rand van de plaat worden gemaakt. Boren kan dus wel maar levert een minder mooi resultaat op. Door de warmteontwikkeling kan de plaat ook vervormen. De onderlinge afstand van de gaatjes moet ongeveer 2 cm zijn. Dat wordt vereist voor de APK (zie het hoofdstuk over de APK-eisen).
 

De volgende bewerking is alleen nodig als we de twee plaatdelen ‘vlak’, dus in het verlengde van elkaar, willen verbinden. Dat komt vaak voor bij het repareren van portieren, spatbordranden, achterhoeken etc. In de eerste plaat, zoals gezegd meestal het reparatiedeel, hebben we dus al de nodige ponsgaatjes gemaakt. Vervolgens maken we aan het tegenliggende plaatwerkdeel een soort Z-vormige rand. We noemen dat een verzet en doen dat dan ook met de speciaal hiervoor bedoelde verzettang. 

Afbeelding 5 - VerzettangDverzettang heeft een bek van ongeveer 2 cm breed waarin dit profiel, een verdieping van ongeveer 1 mm, terug te vinden is. Door aan de rand van de plaat te beginnen kunnen we telkens een klein stukje verzet aanbrengen. Als we de tang iedere keer ongeveer 1 tot 1,5 cm opschuiven krijgen we een keurig strakke rand. Het maken van een verzet heeft nog een bijkomend voordeel. Door het aanbrengen van een profiel wordt de plaatrand verstevigd en zal de naad er uiteindelijk strakker gaan uitzien. De kans op kromtrekken tijdens het lassen wordt daardoor ook iets verminderd. Zonder een verzettang is het niet echt mogelijk een dergelijke rand te maken. Pons- en verzettangen zijn te koop als afzonderlijke stukken gereedschap maar ook in combinatievorm, de zogenaamde pons/verzettang. Afzonderlijke tangen zijn bij elkaar iets duurder maar werken in de praktijk wel een stuk handiger.
Als de ponsgaten en het verzet zijn gemaakt klemmen we de platen goed strak tegen elkaar. Dat kan wel eens lastig zijn maar is bijzonder belangrijk. We gebruiken hiervoor klemtangen, lijmtangen, speciale lastangen, alles wat maar klemmen wil en hittebestendig is. Soms lukt het desondanks niet goed omdat de tang domweg niet op de juiste plaats is aan te brengen. In dat geval kun je ook de platen met kleine zelftappertjes aan elkaar schroeven. Controleer nu of alles precies op de juiste plaats zit. Als we eenmaal beginnen te lassen dan is het te laat.

Lasplaats1.gif (2334 bytes)Het lassen zelf is relatief eenvoudig. We mikken met de lastoorts op het midden van het gaatje. Daarna circa 2 à 3 seconden de knop indrukken. Als het goed is vloeit het gat vanzelf mooi dicht. Het is belangrijk dat er in korte tijd vrij veel warmte wordt toegevoerd. Op de lasplaats moet het materiaal van de onderste plaat samensmelten met de het toegevoegde materiaal èn het materiaal van de bovenste plaat. Als de lasplaats niet warm genoeg wordt ontstaat er een broze las die je zo weer los trekt. Maak je het te warm dan loop je het risico dat je grote gaten in de plaat brandt. Bovendien moet je voldoende, maar ook weer niet teveel, lasdraad toevoeren om een mooie vlakke las te creëren. Het vinden van de juiste afstelling van het lasapparaat vergt enige oefening en verschilt ook per lasapparaat (zie instellingen hieronder). Als alles goed is dan gaat het lassen gepaard met een zacht gezoem en weinig of geen gespat en gesputter. De lasplaats wordt dan vaak vanzelf mooi opgevuld en behoeft nog slechts weinig of geen nabewerking. Aan de achterzijde van de las kun je zien of de ‘inbranding’ voldoende is. Bij een goede las is aan het metaal aan de achterzijde duidelijk te zien dat het gesmolten is. 

Volgens sommigen krijg je de mooiste proplassen door tamelijk grote gaten in de te bevestigen plaat te maken. Denk aan 8 tot 10 mm. Vaak hebben we echter niet voldoende ruimte om zulke grote gaten te maken. We zullen het meestal met gaten van 5 of 6 mm moeten doen. Dat is ook de maat van de gaten die de ponstang maakt.  

2CV_chassis.JPG
Proplassen aan het chassis van een eend (2CV)

 

proplas_detail.JPG
Detailopname van proplassen aan het chassis van een eend (2CV)

rocker_0.jpg
Nieuwe dorpel in een VW t2 camper, met behulp van proplassen

 

zijpaneel-taartpunt.jpg
Proplassen bij het herstellen van roestschade aan een VW t3